Weet jij wat je wil vertellen met je beplanting?

January 31, 2021
Dolf Houtman

Groenprofessionals zoals ontwerpers, hoveniers en groenvoorzieners maken geregeld tuinontwerpen en beplantingsplannen. Hoe zorg je er als vakman voor dat het beplantingsplan meer wordt dan een verzameling planten die bij elkaar passen?

Invuloefening

In de praktijk van alledag is het meer regelmaat dan uitzondering dat het maken van een beplantingsplan niet meer is dan een veredelde invuloefening. De open plekken in de tuin moeten worden opgevuld met groen en als er een tuinontwerp is dan worden daar netjes plantensoorten bij gezocht die aansluiten bij de wensen van de klant. Klinkt goed hoor ik je zeggen, maar volgens mij kan dat beter.

Fiets door een willekeurige woonwijk en je ziet dat de meeste tuinen aangeplant zijn met soorten als; hortensia’s, dakplatanen, leibomen en diverse grassen, al dan niet in combinatie met reuze sieruien. In het meest gunstige geval ontstaat er weliswaar een aardig beeld maar vaak een beeld dat weinig authentiek is en nauwelijks een relatie heeft met de ontwerpbedoelingen.

Groene verleiding

Natuurlijk is het belangrijk te luisteren naar de opdrachtgever. Maar bedenk dat het referentiekader van de gemiddelde opdrachtgever beperkt is. Tuinbezitters baseren zich op wat ze zien in tuinprogramma’s en populaire tuinboeken. Als een opdrachtgever de hulp inroept van een vakman geven ze daarmee aan in positieve zin te willen worden verrast. Het is aan de hovenier en ontwerper om de opdrachtgever te verleiden en de groene grens op te zoeken. Het braaf volgen van de eisen van de opdrachtgever zal zelden leiden tot een beplantingsplan ‘met een verhaal’ of symboliek, laat staan een origineel beeld. Een veelgehoorde opmerking van de groenprofessional is: “Maar de klant wil dit zo.”

Legpuzzel

In het boek Jan Kalff. Landschapsarchitect in de naoorlogse stedenbouw van Marinke Steenhuis, wordt dat fraai beschreven: “Een programma van eisen voor een opgave kan min of meer rigide geïnterpreteerd worden. Het is aan de ontwerper om de lijst met vereisten op een logische en zinvolle manier in een tekening te verwerken. Wordt een programma heel strak opgevat, dan bestaat de kans dat de tekening een optelsom wordt van naast elkaar gelegen functies … een legpuzzel van eisen dat geen levensvreugde kan schenken.”

Verhaal

Een voorbeeld van een beplantingsplan ‘met een verhaal’ is de aangeplante strook met vaste planten in het centrum van Capelle aan den IJssel. Capelle is een stad gebouwd in het voormalig veenweide landschap dat uit een meters dikke veenlaag bestaat. Met de nieuwe inrichting van het centrumgebied verwijst de ontwerper met de beplanting naar de vegetaties die ooit het veenweidegebied kleurde. Een losse, natuurlijk aandoende beplanting met frisse opvallende kleuren. De ontwerper heeft deze beelden onderzocht in relatie tot texturen, bosachtige beplanting, kleuren en sferen om het vervolgens te vertalen naar een beplantingscompositie in een nieuwe context.

Ontwerpuitgangspunten

Dit soort ontwerpuitgangspunten zijn van groot belang om te komen tot interessante en tot de verbeelding sprekende beplanting die tegelijkertijd iets ‘vertelt’ over de plek. Pas als je als ontwerper helder hebt wat je wilt met de beplanting en wat de beplanting moet uitstralen is het een kwestie van zoeken naar de juiste plantensoorten. Het materiaal staat dus ten dienste van het ontwerpidee.

Als je niet helder voorogen hebt waar je naar toe wilt met de beplanting wordt het samenstellen vaneen beplantingsplan een min of meer willekeurige bezigheid. Op zich kunnen de soorten wel goed gekozen zijn en bij elkaar passen, maar meer dan dat voegt de beplanting dan niet toe. Het ontbreekt aan gelaagdheid en betekenis.

Hoewel op kleinere schaal is het met een tuin niet anders gesteld. Een goed tuinontwerp is verankerd met de plek. Met de keuze van de beplanting proberen de ontwerpbedoelingen uit te drukken. Dan krijgen planten betekenis. Dan voeg je met planten gelaagdheid en betekenis toe.

No items found.