“Dertig jaar geleden heb ik de tuin ontworpen en aangelegd. Tot op de dag van vandaag is er aan de hoofdopzet van de tuin niets veranderd; een doorgaand pad dat vier ruimtes met elkaar verbindt.
Vijf kinderen hebben de tuin op verschillende manieren gebruikt: fietsend, vissend, bouwend; variërend van ‘speelbos’ tot 'huttenbouwplek’. Het is altijd een leeftuin geweest, dat wil zeggen niet een keurig nette aangeharkte tuin. Met een afmeting van 5,40 x 18,5 meter is het geen bijzonder grote tuin. Misschien net iets groter dan de gemiddelde tuin bij een rijtjeswoning, want tegenwoordig zijn de oppervlaktes nog wat beperkter. Wist je trouwens dat 40% van de Nederlandse gezinnen in een rijtjeshuis woont?
Onze tuin maakt de seizoenen voelbaar, dat is een bewuste keuze. Op een enkele bladhoudende struik of heg na verliest alles zijn blad. Inde herfst en winter levert dat een bonte schakering van structuren, kleuren en texturen op. Bij de eerste zachte voorjaarsdagen in maart ga ik de tuin in om de lijnen van de tuin weer zichtbaar te maken door het blad van de paden over de borders te strooien. Ik wacht zo lang mogelijk met het verwijderen van opstaande takken zodat vogels zoveel mogelijk nestmateriaal kunnen gebruiken. Zwierende merels op een spriet van de Miscanthus blijven fascineren.
Het voorjaar toont ons - elk jaar weer, zonder uitzondering - de kracht van moeder natuur. Het groen ‘explodeert’. Binnen enkele weken verandert het ‘dode landschap' ineen spektakel van bladvormen en kleuren. Het gevoel van een rijentuin verdwijnt naarmate het groen meer uitdijt. Als alles eenmaal in blad staat waan je je ineen Hof van Eden. Waar het heerlijk toeven is in en onder het groen want deze tuin die vol op het zuiden ligt is alleen leefbaar met weldadig groen en milde schaduw.
Het is een tuin passend bij deze jaren ’70-woning. Het zijn de hoogtij dagen van Mien Ruys die met haar structuralistische ontwerpstijl veel inrichtingsplannen maakt. Onze tuin is daarop geïnspireerd: een geometrische indeling van rechthoekige ruimtes die met elkaar worden verbonden door middel van een pad. Er zijn eenvoudige verhardingsmaterialen gebruikt want verharding is vooral dienend en functioneel. Vanaf de achtergevel loopt de tuin af. Achteraan het laagste punt dat we niet ophogen. Dit lage terras dient als wadi bij heftige regenval.
Tegen de gevel ligt een vijver, de weerspiegeling van het water levert in de winter op het plafond van de woonkamer een schouwspel van reflectie op. Via een brug is het eerste lagere terras te bereiken. Meubilair is vanuit de woonkamer niet te zien. Het lagere terrasdeel in combinatie met lommerrijke oeverbegroeiing ontneemt het zicht. Via een groene poort is het enige open gedeelte van de tuin te bereiken. Daar staat een verweerde eettafel. De laatste en tevens laagste ruimte bevindt zich onder een prieel. Het is hier vooral bossig. Een Liquidambar en een Koelreuteria beëindigen de tuin.”