Duurzaam

February 25, 2025
Dolf Houtman

Begrippen
Begrippen als duurzaam, ecologie, klimaatadaptief, biodiversiteit en inheems gebruiken we vaak door elkaar. Het zijn bovendien grote begrippen, want wat versta je onder duurzaam? En wanneer is een plant inheems?

Duurzaam
Als het over tuinen gaat begint duurzaamheid wat mij betreft bij het kijken naar de plek. Het gaat erom dat je begrijpt in welkgebied of landschap de tuin zich bevindt. De groeiplaatsomstandigheden voor een tuin in de duinen zijn nu eenmaal anders dan als de tuin zich bevindt in het zeeklei gebied of in een van de laaggelegen veenpolders die Nederland rijk is. Als de tuin verbonden is met het landschap - de context - spelen er mogelijk andere (ontwerp)vragen dan wanneer diezelfde tuin zich middenin het stedelijk gebied bevindt waar de context bestaat uit gebouwen.

Vegetatie
De vegetatie die zich min of meer spontaan ontwikkelt in een duinlandschap, veenpolder of rivieroever kan als inspiratie maar ook als uitgangspunt dienen voor het te maken beplantingsplan. De ontwerper/beplantingsspecialist maakt qua plantenselectie een ‘vertaalslag’ van de van nature voorkomende beplanting, naar de cultuur variëteiten die zich lenen voor aanplant in tuinen. Dit is natuurlijk een ‘wens’ regel maar als het over duurzaamheid, beheer en kosten gaat wel de moeite waard om er extra bij stil te staan, het is ook waar ons vak over gaat! 

Landschap
De tuin in de foto hierboven bevindt zich in het laagveengebied. De combinatie knotwilg en palm zijn soorten uit twee verschillende werelden die lijnrecht tegenover elkaar staan. Er is geen logisch verband, de willekeurige schikking draagt niet bij aan een begrijpelijke samenhang. Hoewel het een grote open tuin betreft versterken context en tuin elkaar niet. De tuin lijkt zich juist af te keren van het water, harde schoeiing en de keuze van de Photinia’s die in een lijn langs de schoeiing werkt vervreemdend.

Met een kleine 30 cm. ontwateringsdiepte zijn de natte omstandigheden voor de palmen op z’n zachtst gezegd niet ideaal. Duidelijk is dat de palmen hier geen lang leven beschoren zijn.

Tuin en context
Palmbomen kennen we van Zuid-Europese boulevards, er is een onvermijdelijke associatie met mediterrane sferen, warm, droog, kalkrijke goed drainerende bodem – om dat beeld en gevoel op overtuigende wijze te pakken en te vertalen naar de Hollandse polder veronderstelt vakmanschap en kennis. Waarbij je goed zou moeten nadenken over hoe context en tuin op elkaar betrokken worden. Interessanter wordt het als je gaat nadenken of er geen beter alternatief is dan een palm? Een boom die beteroverweg kan met de natte, zure en voedselrijke bodem die nu eenmaal hoort bijeen veengrond. Het criterium voor de keuze van een boom is dan dat je zoekt naar bijvoorbeeld een markante takstructuur, open kroon of uitgesprokenbladvorm, textuur en kleur die de felbegeerde mediterrane sfeer uitdraagt. Daar zit het vakmanschap!

Kleinste schaal
In de tuin zelf – op een nog kleinere schaal- hebben we te maken met een microklimaat. De oriëntatie van de tuin op de zon, de gebruikte materialen, texturen en kleuren maar ook de bodem en waterhuishouding zijn van invloed op de groeiplaatsomstandigheden ter plekke. In de voortuin kunnen die omstandigheden fundamenteel anders zijn dan in de achtertuin.

Standplaats factoren
Stel dat we te maken hebben met dezelfde woning in hetzelfde veengebied maar te maken hebben met een voortuin die pal op het zuiden georiënteerd is en dat de tuin ingesloten is door muren met een lichte gekleurde baksteen (weinig context). Door de aanleg van entree en oprit bestaat de grond hier ter plekke uit een schrale zanderige grond die ook nog een stuk droger blijkt te zijn vanwege de drainage die er tijdens de bouw van de woning gelegd is.

De situering ten opzichte van de context en architectuur van de woning, de afwijkende abiotische omstandigheden maken de keuze voor een mediterrane beplanting logischer. Wellicht is grind hier passendom de droogte en de warmte associatie te versterken. Bladvorm en textuur van de beplanting kunnen zodanig gekozen worden dat de sobere architectuur van de woning versterkt wordt.

Het gaat dus niet zozeer over smaak, wel over de juiste plant op de juiste plek en de ‘vertaling’ die wij als ontwerpers of beplantingsspecialisten maken. In die vertaling toont zich de meester. Anders wordt het namelijk gewoon een kwestie van copy & paste en daar heb je geenvakkennis voor nodig.

Als mij gevraagd wordt een lijstje te makenvoor de te hanteren volgorde zou die er als volgt uit zien:

  1. Typering gebied, type landschap
  2. Beeld en idee van de natuurlijkevegetatie
  3. Groeiplaatsomstandigheden in detuin (biotisch en abiotisch)
  4. Concept + (schets)ontwerp –verknoping: programma, standplaats, landschap
  5. Duiding meerwaarde plan inecologisch opzicht
  6. Beplantingsindicatie, groenstructuur + selectie criteria (eetbaar, biodiversiteit)
  7. Soortkeuze + streefbeeld
  8. Beheer en onderhoud

Succes en vooral veel plezier met dit machtigmooie werk!

Lees ook:

De rol van de beplantingsadviseur

Voedselbos versus ecotuin

De noodzaak van een beplantingsadviseur

Beplantingsspecialist en tuinontwerper zijn kansrijke beroepen

Natuurinclusief ontwerpen

Hoe maak je een tuin klimaatbestendig?

Met de natuur meewerken?

Wil je op de hoogte blijven?
Wordt dan lid van onze community OA-connect.

Vergeet onze socials niet:
LinkedIn | Facebook | Instagram

No items found.